Huisarts Stijn Verschuren

Stijn Verschuren

Regie over leven en gezondheid

Huisarts Stijn Verschuren heeft in het Amsterdamse gezondheidscentrum waar hij werkt een spreekuur opgezet voor kinderen met ADHD. “Ik denk niet dat ik daar in een gewone praktijk de tijd en het geld voor had kunnen vinden.”

Als huisarts wil Verschuren mensen graag helpen om zelf regie nemen over hun leven en gezondheid. Het wekelijkse spreekuur voor kinderen die de diagnose ADHD hebben gekregen, sluit daar helemaal bij aan. “Het spreekuur geeft me méér tijd om met de kinderen in gesprek te gaan over wat ADHD nou eigenlijk betekent voor hun leven”, zegt hij. “Hoe zouden ze willen dat hun leven eruitziet? Ik probeer ze te activeren om zelf met hun leefstijl aan de slag te gaan. Het spreekuur gaat dus over veel meer dan het instellen van medicatie, het is ook coaching.”

Kans

Verschuren is er gelukkig mee dat het gezondheidscentrum hem deze kans heeft geboden. “Ik denk niet dat ik daar in een gewone praktijk de tijd en het geld voor had kunnen vinden. Nu bijvoorbeeld, nemen mijn collega’s tijdens het spreekuur mijn spoedgevallen waar.” De SAG, de organisatie waar het gezondheidscentrum deel van uitmaakt, nam ook de onderhandeling met de zorgverzekeraar voor haar rekening. Voor het eerste consult heeft hij nu een uur en voor de drie á vier vervolgconsulten een half uur. Daarna neemt de POH-Jeugd, die aan het centrum is verbonden, de controles over. “Mensen komen liever naar de vertrouwde huisartsenpraktijk, dan naar een speciale instelling. Kinderen ervaren het ook als minder stigmatiserend.”

Verschuren deed tijdens zijn studie het vak kinder- en jeugdpsychiatrie en werkte tijdens zijn huisartsopleiding al mee aan een ADHD-spreekuur voor volwassenen. Gaandeweg heeft hij zich nu ontwikkeld tot een specialist op het gebied van ADHD in de huisartspraktijk. Collega’s uit de hele organisatie consulteren hem regelmatig. Inmiddels behandelt hij ook volwassenen en wordt er gewerkt aan een tweede spreekuur in een ander gezondheidscentrum van de SAG. “De patiënten geven terug dat ze er veel aan hebben, dat geeft veel voldoening!”

Stijn Verschuren werkt sinds 2011 op het gezondheidscentrum Haveneiland op het Amsterdamse IJburg. Haveneiland is één van zestien gezondheidscentra van de Stichting Amsterdamse Gezondheidscentra (SAG).

Huisarts Pieter Kersemakers

Huisarts arts en zorg praktijkverhaal

Meer tijd en geld voor speciale projecten

Huisarts Pieter Kersemakers (Arts en Zorg) zet zich – náást de zorg voor zijn patiënten – graag in voor vernieuwing in de zorg. Kersemakers schetst een toekomst waarin de zorgvraag toeneemt en de betaalbaarheid van de zorg onder druk staat. Verder kampt Nederland op dit moment met een groeiend huisartsentekort. Vernieuwingen zijn kortom onontkoombaar. Gezondheidscentra, zegt hij, hebben meer mogelijkheden om tijd en geld vrij te maken voor speciale projecten, zeker de wat grotere organisaties. Het bevalt hem zeer dat Arts en Zorg zich nadrukkelijk sterk maakt voor innovatie, bijvoorbeeld op het terrein van e-health. Ofwel vernieuwingen die erop gericht zijn hoogwaardige huisartsenzorg beschikbaar te houden voor iedereen die dat nodig heeft.

Chatten

Kersemakers verleent twee dagen per week zorg aan zijn patiënten en is daarnaast manager Kwaliteit en Zorg. In deze functie is hij betrokken bij het ontwikkelen van de chatfunctie, die tijdens de recente coronacrisis een hoge vlucht nam omdat het zorg op afstand mogelijk maakt. Via de chatfunctie kunnen patiënten zeven dagen per week tussen 07:00 en 20:00 uur medische vragen stellen aan een speciaal chatteam van huisartsen en doktersassistentes. Via de chat worden veel kleine vragen meteen opgelost, wat ook in meer gewone tijden de druk op de huisarts verlicht. Kersemakers boog zich onder andere over de afspraken voor het gebruik en de veiligheid van de chat.

Pieter

Digitale dokterstas

Ook was hij betrokken bij een pilot met de digitale dokterstas, een andere vernieuwing waar veel tijd in wordt gestoken. Daarmee kunnen anderen dan de huisarts (bijvoorbeeld een doktersassistente of soms de patiënt zelf) bepaalde handelingen uitvoeren. “Ik kan nu bijvoorbeeld vanuit mijn spreekkamer in Den Haag, live het trommelvlies van een patiënt in Enschedé bekijken”. Een uitkomst, zegt Kersemakers, wanneer er op locatie even geen huisarts beschikbaar is.

Zoals andere gezondheidscentra sluit Arts en Zorg aan bij initiatieven van bijvoorbeeld het NHG, maar ook heeft de organisatie een eigen centrale afdeling voor digitale vernieuwing. De huisartsen doen mee in pilots en geven feedback vanuit de praktijk. Zo is het gezondheidscentrum meteen ook een ideale proeftuin. Kersemakers: “De koppeling met de dagelijkse praktijk is belangrijk. In een gezondheidscentrum is dat mogelijk. Omdat ik ook huisarts ben, wordt er goed naar mij geluisterd. Men weet dat ik spreek vanuit de praktijk.” Dat geldt voor hemzelf ook: “Ik ben als huisarts bewust in de managementhoek terecht gekomen, maar de patiëntenzorg blijft voor mij onmisbaar. Ik wil graag met mijn voeten in de praktijk staan.”

Arts en Zorg is een grote organisatie met 21 gezondheidscentra verspreid over heel Nederland. Ook de zorg voor asielzoekers in Nederland is ondergebracht bij Arts en Zorg.

Huisarts Dorine Drejer

Huisarts gezondheidscentrum

Volledige focus

Huisarts Dorine Drejer werkt sinds eind 2019 bij gezondheidscentrum Venserpolder in Amsterdam Zuidoost. Drejer noemt zichzelf een ‘oudere jongere’. Voordat ze besloot om als huisarts in opleiding te gaan, was ze meer dan vijftien jaar anesthesist. Ze werkte over de hele wereld en altijd in loondienst. Nu als kersverse huisarts kiest ze daar opnieuw voor. “Ik heb me destijds niet aangesloten bij een maatschap en wil nu ook geen eigen praktijkhouder zijn. Ik heb altijd bewust voor loondienst gekozen, zodat ik me volledig kan concentreren op waarvoor ik ben opgeleid.” Dat ze geen ondernemersbloed heeft speelt ook een rol: “Ik vind het heerlijk om me te richten op de patiëntenzorg en vind het fijn dat er anderen zijn aan wie ik het zakelijke deel kan overlaten”, aldus Drejer.

Principieel

Natuurlijk, vervolgt ze, ben je ook in loondienst bezig met het reilen en zeilen op de werkvloer, denk bijvoorbeeld aan mensen aannemen, opleiden, kwaliteit verbeteren. Drejer: “Voor mij is de essentie dat ik doe waar ik goed in ben, dat maakt me een betere dokter. Bovendien vind ik werken in loondienst ook beter voor de zorg, in dit geval de huisartsenzorg. In loondienst heb ik geen belang bij een verdienmodel. Natuurlijk ben ik me bewust van kosten, maar het verdienmodel hoeft niet mijn motivatie te zijn. Dat is voor mij heel principieel.”

Huisarts gezondheidscentrum

Onder één dak

In 2003 ging Drejer als anesthesist aan de slag in het toenmalige Slotervaartziekenhuis. Door het werk van haar echtgenoot kreeg ze de kans om over de hele wereld haar vak uit te oefenen. Maar de huisartsenzorg trok, een vak waarvoor ze altijd al bewondering had. “In de anesthesie is je contact met patiënten intensief, maar beperkt. Ik wil nu liever een meer langdurige relatie opbouwen met mijn patiënten en hun sociale context leren kennen.”

Eenmaal huisarts, richtte ze haar pijlen op het gezondheidscentrum. “Als anesthesist werkte ik in een team met verschillende disciplines en dat wilde ik nu weer. Wat ik hier in Venserpolder heel prettig vind, is dat we onder één dak zitten, óók het sociale domein en de ggz. Ik kom bij de lunch de maatschappelijk werkster tegen of een consultatie verpleegkundige.” Samenwerken, aldus Drejer, is méér dan goeie afspraken maken, het gaat ook om elkaar persoonlijk kennen en weten hoe iemand werkt. “Bovendien zijn er altijd kleine vragen. Daarvoor ga je niet meteen een hele afspraak plannen. Hier bij Venserpolder loop ik gewoon binnen of kom je elkaar tegen op de gang. Op die manier geeft samenwerken energie.”

Werk binnen gezondheidscentrum groot goed

In de intervisiegroep met studiegenoten koos Drejer tot nu toe als enige voor loondienst. “Inmiddels gaat een deel van onze gesprekken over de financiële kant van het werk”, stelt ze vast. “Absoluut belangrijk, omdat de anderen in de groep daarmee te maken hebben. Als huisarts bij het gezondheidscentrum zit ik heel anders in dit onderwerp en ik hoop dat jongere collega’s meer gaan inzien dat het een groot goed is om binnen een gezondheidscentrum te werken”. Tot slot: “Ik zie echt alleen maar voordelen aan loondienst bij een gezondheidscentrum.”

Gezondheidscentrum Venserpolder is één van de acht centra van de Stichting Gezondheidscentra Amsterdam & Diemen (GAZO). In het centrum huist een veelheid aan disciplines, waaronder een apotheek, fysiotherapeuten, diëtisten, een consultatiebureau, een besnijdeniscentrum, maatschappelijk werk, wijkverpleging, verloskundigen en een sociaal loket van de gemeente.

Huisarts Sascha Kuiper

Sascha Kuiper

Eigen patiënten

Huisarts Sascha Kuiper studeerde onlangs af en startte meteen met haar eigen praktijk bij gezondheidscentrum Strijp in Eindhoven.

“Het leuke van het gezondheidscentrum is dat ik hier mijn eigen praktijk heb”, zegt Kuiper. Voor haar betekent dat: eigen patiënten waar ze helemaal zelf verantwoordelijk voor is en die ze goed leert kennen. “Als waarnemer of hidha heb je soms ook een periode dezelfde patiënten, maar dan is er toch altijd nog de eigen huisarts van de patiënt. Hier bij het gezondheidscentrum neem ik echt zelf mijn beslissingen en zet ik zelf het beleid uit wat ik nodig vind. Dat is heel waardevol. Het was een zwaarwegend argument bij mijn keuze.”

Stip op de horizon

Zeker in het laatste jaar van haar opleiding was het met collega’s een belangrijk gespreksonderwerp: wat ga ik doen als ik klaar ben, wat past bij mij? Kuiper: “Als waarnemer kun je op verschillende plekken kijken hoe het je bevalt, dat is een voordeel, maar er zijn ook nadelen.” Je komt als waarnemer ook op plekken die minder bevallen en de wisseling – dan weer hier, dan weer daar – is onrustig, legt ze uit. Aan het begin van haar carrière geeft ze de voorkeur aan een werkplek die past bij haar huidige privésituatie. “Ik heb een heel jong gezin en daar is genoeg dynamiek, voor mijn werk wilde ik een rustige eigen plek.” Daarbij hoort ook dat financieel alles goed geregeld is en er in administratief opzicht het nodige van haar wordt overgenomen.

Op de vraag wat haar stip op de horizon is, zegt Kuiper: “Toen ik begon met de huisartsopleiding was het praktijkhouderschap mijn beeld. Maar nu het gezondheidscentrum op mijn weg is gekomen, kijk ik daar anders tegenaan. Ik kan me nog steeds voorstellen dat ik als de kinderen het huis uit zijn naar een dorp ga en daar opnieuw begin met een solo-praktijk. Maar het kan ook zijn dat ik over vijftien jaar hier op het gezondheidscentrum en in de wijk zó ingeburgerd ben, dat ik gewoon blijf.”

Gezondheidscentrum Strijp is één van elf gezondheidscentra van de Stichting Gezondheidscentra Eindhoven (SGE).

Huisarts Anneke Pahlplatz

Huisarts gezondheidscentrum

Ouderenzorg verder verbeteren

Huisarts Anneke Pahlplatz koos meteen na haar huisartsenopleiding in 2015 voor loondienst in een gezondheidscentrum van Zorggroep Almere: “Ik zocht een plek waar ik naast de patiëntenzorg mezelf verder kan ontwikkelen”, zegt ze daarover. Inmiddels geeft het gezondheidscentrum haar de ruimte om de kaderopleiding eerstelijns ouderengeneeskunde te volgen.

Zorggroep Almere maakt de tweejarige kaderopleiding in tijd en financieel mogelijk. Doordat Pahlplatz binnen het gezondheidscentrum gekoppeld is aan een collega-huisarts, met wie zij haar praktijk deelt, kan zij de opleiding voor de helft in werktijd volgen. Na afronding van de opleiding krijgt ze formeel een aanstelling om voor een aantal uren kaderarts-taken voor de organisatie op zich te nemen.

Pahlplatz: “Als kaderarts eerstelijns ouderengeneeskunde heb ik enerzijds mijn eigen patiënten en ben ik anderzijds ook bezig met de ontwikkeling van zorgpaden in Almere. Met als doel de samenwerking en de kwaliteit van zorg voor ouderen nog verder te verbeteren.”

Verbreding huisartsenvak

Nu al, tijdens haar kaderopleiding, is Pahlplatz betrokken bij het ontwikkelen van een val-poli in haar wijk. Dat doet ze samen met de huisartsen en de fysiotherapeuten van het gezondheidscentrum, de wijkverpleging en het Flevoziekenhuis. Verder werkt ze aan een geriatrisch steunpunt in Almere: “Als huisarts kun je patiënten met een verdenking van dementie doorverwijzen naar verschillende specialisten, denk aan een neuroloog, een specialist ouderengeneeskunde, een geriater. In plaats daarvan willen we één verwijspunt maken, waar deze patiënten gescreend worden. Zo krijgen we deze kwetsbare ouderen beter in beeld en ontstaan er meer samenwerkingsverbanden rond deze specifieke groep.” 

Huisarts gezondheidscentrum

Ook is ze samen met de gemeente betrokken bij (G)oud in Almere om ouderen en welzijnsorganisaties beter met elkaar te verbinden. “Het is belangrijk en heel stimulerend om samenwerkingsstructuren te ontwikkelen. Het geeft een enorme verbreding van het huisartsenvak”, stelt Pahlplatz vast.

Covid-zorghotel

Met het uitbreken van corona ontstond er ook in Almere een groot probleem voor kwetsbare ouderen. Samen met het ziekenhuis, de verpleeghuizen en de huisartsen in de regio ontwikkelde ze in hoog tempo een covid-zorghotel voor ouderen die niet (meer) in het ziekenhuis thuishoren, maar nog onvoldoende hersteld zijn om naar huis te kunnen of mensen die waarschijnlijk gaan overlijden. Pahlplatz: “Bij de Zorggroep Almere zitten we als wijkverpleegkundigen, huisartsen en verpleeghuisartsen allemaal onder één dak. Ik heb me toen pas echt gerealiseerd hoe waardevol dat is. Je kunt op zo’n moment snel schakelen en gebruik maken van elkaars expertise, denk alleen al aan het organiseren van de benodigde ICT. Het was echt fantástisch.”

Huisarts Lisanne van der Horst

Lisanne van der Horst

Van waarnemen naar dienstverband

Lisanne van der Horst is huisarts bij gezondheidscentrum Reigersbos, een van de zes centra van GAZO in Amsterdam Zuidoost. Ze leerde de organisatie kennen tijdens haar opleiding en kwam er terug toen ze in de buurt kwam wonen en zocht naar meer continuïteit. “Ik wilde wat meer rust en balans voor mezelf en voor ons gezin met twee kleine kinderen.”

Zoals veel jonge huisartsen koos Van der Horst na haar opleiding voor het waarnemerschap. Maar na een paar waarnemingen kreeg ze behoefte aan een vaste werkplek. Ze vertelt: “Ik vind het fijn om patiënten echt te leren kennen. Als je steeds op een andere plek zit, blijft het vaak brandjes blussen en daar word ik niet zo gelukkig van. Als je mensen leert kennen, kun je meer de diepte in en wordt je werk interessanter. Daar was ik naar op zoek.” 

Meerwaarde

Ook het multidisciplinaire karakter van het gezondheidscentrum is voor haar een pré. De lijntjes naar de fysiotherapeut, de psycholoog, de apotheek, het lab en de welzijnswerkers samen zijn kort. Je kent de gezichten, zegt Van der Horst. “De drempel voor samenwerking is hier veel lager. We zijn echt een team en leveren samen goede zorg.” Sowieso vindt ze het een meerwaarde om huisartscollega’s te hebben, elke jonge arts loopt immers tegen vragen aan. “Het is fijn om ervaren collega’s te hebben met wie ik even kan sparren, dat houdt me ook scherp.
Lisanne van der Horst

Ruim budget voor nascholing

Ze gaat verder: “Ik ben niet echt een regelneef en dat moet je als vrijgevestigd praktijkhouder gewoon zijn met alle organisatorische en administratieve rompslomp die daarbij komt kijken. Zeker nu de druk op de huisartsenzorg toeneemt vraagt het praktijkhouderschap veel overgave aan je werk. Hier in het gezondheidscentrum verdien ik iets minder. Maar vergis je niet, de startersaftrek stopt na vijf jaar en de arbeidsongeschiktheidsverzekering wordt steeds duurder. Verder heb ik hier geen extra kosten, ook niet voor de dure herregistratie elke vijf jaar, en voor nascholing en abonnementen krijg ik een ruim budget.”

Samen met haar collega’s is Van der Horst verantwoordelijk voor de eigen praktijkvoering. Zo besloten ze vorig jaar om over te stappen naar een 15-minuten spreekuur (in plaats van 10). Ze werkt nu drie dagen per week (met gemiddeld een dag per maand dienst). Dat geeft haar tijd voor haar gezin. Wanneer de kinderen (nu anderhalf en vier) ouder zijn, wil ze zich naast de patiëntenzorg gaan bezig houden met het GAZO-brede beleid. Ze is erg te spreken over de manier waarop GAZO voortdurend streeft naar meer kwaliteit, samen met grote partners zoals het AMC. Ook onderwijs geven en meer vaktechnische verdieping hebben haar interesse.

Wat zou ze jonge huisartsen adviseren? “Dat je moet kijken naar wat bij je past. In welke situatie zit je, wat ambieer je. Wil je overal kijkjes in de keuken dan kun je gaan waarnemen. Maar heb je geen zin in elke dag een andere werkplek en steeds improviseren, dan is loondienst in een gezondheidscentrum een goed en interessant alternatief, omdat je dan het huisartsenvak in de volle breedte beoefend, méér dan als waarnemer.”

Huisarts Soha Ghazoul

Soha Ghazoul

Ruimte voor belangrijke zaken

Huisarts Soha Ghazoul werkt één dag in de week in het asielzoekerscentrum in Rijswijk. Ook is ze voor de Politie Haaglanden als achterwacht beschikbaar voor advies over medische situaties in de arrestantencel. Daarnaast heeft zij haar eigen patienten bij het gezondheidscentrum Jan Hendrik in Den Haag (Arts en Zorg).

Verschillende onderzoeken hebben de afgelopen twee jaar inzicht gegeven in de manier waarop jonge huisartsen vorm willen geven aan hun vak. Zo blijkt dat de huisarts van nu behoefte heeft aan ruimte om naast de patiëntenzorg gehoor te kunnen geven aan andere zaken die hij of zij belangrijk vindt. Denk aan parttime werken om de zorg voor kinderen te kunnen combineren, maar ook aan het verder ontwikkelen van de eigen vaardigheden, bijvoorbeeld als kaderarts, of het op zich nemen van bestuurstaken. Anderen willen zich naast hun gewone praktijk inzetten voor een specifieke patiëntengroep, bijvoorbeeld voor laaggeletterden of, zoals Soha Ghazoul, voor asielzoekers.

Variatie

Ghazoul koos in 2007 na haar opleiding als huisarts eerst voor het waarnemerschap. Het kwam tegemoet aan haar behoefte aan afwisseling en het opdoen van ervaring op verschillende plekken. “Ik hou van variatie”, zegt ze, “ik wil niet steeds hetzelfde doen. Afwisseling vind ik gezonder, het is leuker en het houdt je scherp.” Enkele jaren geleden kreeg ze de kans om spreekuren te draaien in een asielzoekerscentrum. “Ik vind het fijn om die bijdrage te leveren”, legt ze uit. “Het gaat om mensen die in een moeilijke situatie verkeren en vaak moeilijke vragen hebben, dat is een uitdaging. Ik zie bijvoorbeeld veel psychische problemen. Verder heb je als huisarts in een asielzoekerscentrum ook andere taken, zoals het beantwoorden van vragen van advocaten of de IND. Of iemand chronische klachten heeft of een andere beperking speelt een rol bij de beoordeling van een asielaanvraag.”

Soha Ghazoul

Continuïteit

Na zes jaar waarnemen koos Ghazoul toch voor een vaste plek. “Daar krijg je met de tijd behoefte aan. Ik wilde graag meer continuïteit met de patienten. Als je een band wil opbouwen met mensen, heb je gewoon een vaste plek nodig.” Net als veel van haar collega’s noemt ze daarnaast pluspunten als doorbetaling bij ziekte en onderlinge vervanging (“Een gróót voordeel”). Inmiddels heeft Arts en Zorg begin 2018 de gezondheidszorg voor asielzoekers onder haar vleugels genomen en is het een vast onderdeel van Ghazouls werk geworden. “Ik ben drie dagen op het gezondheidscentrum in Den Haag en een dag in Rijswijk. Op andere dagen ben ik voor GZA (Gezondheidszorg Asielzoekers) beschikbaar voor advies en spoedgevallen. Die achterwacht doe ik ook voor de politie Haaglanden. Vroeger ging ik ook zelf naar het bureau om arrestanten te zien, maar nu word ik gebeld als er een probleem is.”

Huisarts Tamara van Eerd

Tamara van Eerd

Wat is belangrijk voor mijn patiënt?

Huisarts Tamara van Eerd koos direct na haar opleiding voor het gezondheidscentrum en begon eind 2017 bij SGE Meerhoven, een van de elf locaties van de Stichting Gezondheidscentra Eindhoven (SGE). 

Het centrum in Meerhoven heeft zo’n 11.000 ingeschreven patiënten, verdeeld over zes huisartsen die samen drie duo-praktijken vormen. Elke patiënt heeft twee vaste huisartsen die elk parttime werken en die elkaar kunnen vervangen in geval van scholing, vakanties of ziekte. “Een enkele keer komt het voor dat een van de andere duo’s een patiënt van ons opvangt, bijvoorbeeld als we net een visite rijden en er komt een spoedgeval binnen”, zegt Van Eerd. Het bedrijven van levensloopgeneeskunde vindt ze belangrijk. Wat is in deze fase van zijn leven belangrijk voor een patiënt? Het goed leren kennen van een patiënt en hem of haar over een langere periode volgen, hoort daar onlosmakelijk bij.

Rust

Van Eerd vertelt: “Ik merkte tijdens mijn stages dat er best veel komt kijken als je praktijkhouder bent en dat dat een hoge werkdruk kan geven. Ook waarnemen gaf me een onrustig gevoel. Je bent dan steeds weer op een nieuwe plek met andere manieren van werken, andere collega’s, een ander type wijk. Bovendien moet je natuurlijk steeds alert zijn op een volgende waarneming.” Ze besloot een dag mee te lopen bij SGE en daarna was het pleit beslist: “Hier ervaar ik de rust die ik nodig heb om mezelf als huisarts te ontwikkelen en met plezier te werken”.

Tamara van Eerd

Verbeteren zorgprotocollen

Zoals veel collega’s noemt Van Eerd de multidisciplinaire samenwerking een belangrijk voordeel. Het zorgt ervoor dat patiënten snel op de juiste plek komen, wat de kwaliteit van haar zorgverlening verhoogt. Verder is ze blij met de manager die het ziekteverzuim regelt en facilitaire zaken oplost. Ook het niet verantwoordelijk zijn voor facturen en belastingen ervaart ze als ontzorging. “Mijn drukte komt voort uit patiëntenzorg, niet door organisatorische verplichtingen”, stelt ze vast. Nog een voordeel: haar partner heeft een drukke fulltime baan met veel reistijd en is ook af en toe in het buitenland. Zelf werkt ze vier dagen per week. Daarbij hopen ze straks een gezin te vormen. “Dat zie ik de komende tien, vijftien jaar allemaal niet gecombineerd met het praktijkhouderschap. 

Van Eerd hoort, zegt ze, in haar omgeving wel eens bedenkingen bij werken in loondienst. Het inkomen zou bijvoorbeeld slecht zijn. Ze wijst dan op het forse persoonlijk budget dat zij mag besteden aan onder meer nascholingen, medische literatuur en hulpmiddelen. Ook de reiskostenvergoeding, eindejaarsuitkering en het vakantiegeld tellen mee. Van Eerd: “Ik hoor ook wel dat je niks meer te zeggen hebt over je praktijk, maar ook dat heb ik hier nog niet ervaren. Als huisartsen overleggen we samen over het verbeteren van zorgprotocollen en onze manier van werken. Op dit moment zijn we bezig met LEAN, hoe voorkom je onnodig werk en creëer je meer waarde voor patienten? Ik heb veel zin om ermee aan de slag te gaan!”

Huisarts Edward Knol

Edward knol

Van Kenia naar Zwolle

Voor hij neerstreek in Zwolle werkte Knol als tropenarts in Kenia en Papoea-Nieuw-Guinea waar hij gewend was om lid te zijn van een multidisciplinair eerstelijnsteam. Dat gedachtegoed, het als team bieden van integrale eerstelijnszorg, vond hij terug in het gezondheidscentrum. “Dus ja, mijn keuze was bewust”, zegt hij. Dat hij daarbij ook praktijkhouder zou zijn, woog minstens even zwaar. “Ik vind de autonomie van het praktijkhouderschap belangrijk, maar dan samen met andere zorgverleners en niet geldgedreven.” Hij wil met andere woorden dat rendement geen rol hoeft te spelen bij de keuzes die hij als huisarts maakt. “Dat wil geen enkele huisarts natuurlijk, maar kan er toch insluipen als je inkomsten afhankelijk zijn van wat je wel of niet investeert. Hier kan ik helemaal denken vanuit zorg en krijg ik een fatsoenlijk salaris. Hoe mooi is dat?”

Het Gezondheidshuis Stadshagen omvat, naast een apotheek en een brede fysiotherapiepraktijk, twéé huisartspraktijken met samen elf huisartsen. De twee praktijken hebben een gezamenlijke visie op de toekomst, maar bepalen daarbinnen elke hun eigen tempo en accenten. Zo blijft, zegt Knol, een aangename kleinschaligheid behouden en ontstaat toch een centrum met genoeg volume om de 23.000 inwoners (waarvan ruim 15.000 ingeschreven bij het centrum) van de jonge wijk Stadshagen de gewenste service te bieden. Het huis omvat ook een diëtistenpraktijk en praktijken voor ergotherapie, logopedie, podotherapie, kinderoefentherapie en mensendieck. Verder zijn ook de wijkverpleging, het sociaal wijkteam en een artsenlab in huis.

Affiniteit

Knol koos voor een 80/20 aanstelling – 80% patiëntenzorg en 20% managementtaken – en timmert aan de weg. Zijn uitgesproken affiniteit met samen de zorg goed organiseren zet hij in als coördinerend huisarts van zijn praktijk, lid van het managementteam van Stadshagen en hagro-voorzitter. Zo is hij medeverantwoordelijk voor de jaarplannen en het inspelen op toekomstige ontwikkelingen. Waar zit de groei? “Het is geweldig leuk om daarover na te denken en te brainstormen”, zegt hij. Ook de ICT en e-health zitten in zijn portefeuille, denk aan experimenten met e-consulten en beeldbellen. 

Edward Knol

Kwaliteit

Natuurlijk is er binnen het gezondheidscentrum ook veel aandacht voor het wijkgerichte werken en regionale vernieuwing. Met behulp van de O&I-gelden gaat het centrum bijvoorbeeld kijken naar wat het Stadshagen-syndroom wordt genoemd: jonge ouders met veel ballen in de lucht, allebei werk, jonge kinderen, hypotheek, geen sociaal vangnet. “Teveel van hen belanden op het spreekuur van de POH-ggz. We gaan met het wijkteam onderzoeken hoe we dat voor kunnen zijn.”

Knol gaat hij zich komend jaar – met het scholingsbudget dat voor elke professional beschikbaar is – bekwamen in sportzorg en sportfysiologie, wat ook de samenwerking met de fysiotherapeuten verder versterkt. “Op je dertigste ben je een andere dokter dan op je vijfenveertigste”, zegt Knol, “en je wensen veranderen mee, misschien wil je dan juist wel een stuk management-verantwoordelijkheid of juist verdieping van je vakkennis. Bij Stadshagen willen we graag dat de huisartsen kunnen dokteren zoals past bij hun affiniteit en levensfase.”